Artrose heup
Artrose wordt in de volksmond ook wel gewrichtsslijtage genoemd. Het is een aandoening van het kraakbeen, waarbij er meer kraakbeen verloren gaat dan dat er door het lichaam geproduceerd wordt. De meest voorkomende klachten bij artrose zijn opstartstijfheid, pijn en gezwollen gewrichten. Met name op hogere leeftijd komt artrose steeds vaker voor, maar niet iedereen hoeft er last van te hebben. Alleen bij forse slijtage spelen de bovengenoemde klachten veelal op. Kenmerkend voor artrose van het heupgewricht zijn liesklachten en spierklachten in de bil of het bovenbeen. Veelal benoemen patiënten ook pijnklachten aan de knie. Mogelijk wordt dit veroorzaakt door afweerspanning en compensatiepatronen in de benen.
Heupprothese
Als je heup langdurig zwaar belast wordt of als je een zwaar trauma aan je heup hebt gehad, dan kan het kraakbeen dunner worden of zelfs stuk gaan. Het lichaam kan aardig wat kraakbeen schade aan. Bij de meeste mensen is het ‘slijtage’ proces al tientallen jaren aan de gang, voordat het nodig is om een heupprothese te plaatsen. Samen met de orthopeed bepaal je of een heupprothese uitkomst biedt voor de daarmee gepaarde lies, bovenbeen en/of knieklachten. De röntgenfoto, gecombineerd met de dagelijkse klachten worden samen beoordeeld. De klachten zijn echter zeer variërend en wisselen in de loop der tijd. De nieuwe prothese is ook per persoon verschillend. Bij een goede botstructuur zal een ongecementeerde prothese worden geplaatst, waar bij een poreuze botkwaliteit een gecementeerde prothese wordt geplaatst.
Heup Impingement (Pincer)
De letterlijke vertaling van ‘impingement’ is ‘inklemming’. De bindweefselring (labrum) of de kraakbeenrand op de botuiteinden zit in geval van een impingement ingeklemd tussen beiden. Dit kan op verschillende manieren gebeuren, maar vaak is vervorming van een of beide botuiteinden de oorzaak. Hiervan is de Pincer (vormafwijking in de heupkom) de meest voorkomende. Als de klachten niet aangeboren zijn, ontstaat een impingement meestal als gevolg van forse sport-/rotatiebelasting of na een fractuur in het heupgebied.
Liesklachten
Liesklachten komen veel voor bij sporters die een explosieve sport beoefenen. Klachten in de liesregio worden gevoeld aan de binnenzijde van het bovenbeen, vaak na het snel inzetten van een beweging. De spiergroep aan de binnenkant van de bovenbenen worden de heupadductoren genoemd. Deze hebben hun oorsprong op het heupbeen en lopen tot op het bovenbeen of tot net onder de knie. Meestal zijn de pezige overgangen aangedaan bij liesklachten. De pees kan tijdelijk ontstoken zijn of er kan peesdegeneratie (achteruitgang van peeskwaliteit) optreden. Een peesscheuring komt veel minder voor. De fysiotherapeut kan helpen met het opstellen van een excentrisch (negatief) oefenprogramma met als doel versterking van de bil-, been- en buik-/rugmusculatuur. Daarnaast kunnen rek-/mobilisatietechnieken worden toegepast. In het geval van acute liesklachten moet u denken aan een hersteltijd van 4-6 weken.