Subacromiaal pijnsyndroom (SAPS)
SAPS is de meest voorkomende schouderklacht in de algemene bevolking. De incidentie stijgt een hogere leeftijd en bij herhaaldelijk bewegen boven schouderhoogte, bijvoorbeeld bij bovenhandse sporten als korfbal, honkbal, volleybal en werkzaamheden als schilderen. De schouder wordt gestabiliseerd door 4 grotere pezen, de rotator cuff genoemd. De pees (m. supraspinatus) die het meest dwars onder het schouderdak (acromion) doorloopt is het vaakst aangedaan, vooral bij mensen van 60 jaar en ouder.
Schouder artrose
Glenohumerale artrose (of kop-kom artrose) wordt beschreven als een toenemende vermindering van kraakbeen, boterosie, pijn en verminderde schouderfunctie. De artrose in het glenohumerale gewricht komt als derde meest voorkomende artrose voor, na artrose van de knie en heup. Naarmate het gewrichtsoppervlak slijt, neemt de wrijving in het gewricht toe. Naarmate de artrose erger wordt, komt nachtelijk pijn vaker voor. Stijfheid, klikgeluiden en zwelling kunnen in het beeld passen. Het is goed om samen met de fysiotherapeut een behandelplan op te stellen ter verbetering van pijn en schouderfunctie. Conservatief beleid voor operatie bij schouder artrose wordt aanbevolen, zeker bij patiënten met milde tot gemiddelde artrose. Het kan een positief effect hebben op de pijn en beweeglijkheid. Leefstijl aanpassingen en aanpassingen op het werk zijn vaak een eerste stap in de goede richting. Bijna alle patiënten hebben voordeel bij conservatieve therapie.
Schouderprothese
De schouder bestaat uit drie botdelen: de bovenarm (humerus), het schouderblad (scapula) en het sleutelbeen (clavicula). Al deze structuren worden door gewrichtsbanden bij elkaar gehouden. De bovenarm zit gecentreerd in de kom van het schouderblad, rond de kop van de bovenarm ligt de rotatorenmanchet. De kop van de bovenarm, is een bolvormige structuur die verscheidene bloedvaatjes ontvangt net op de rand van de kraakbeenlaag die deze kop bedekt. Op het moment dat deze kraakbeenlaag minder van kwaliteit wordt, kan een orthopeed (alleen in ernstige gevallen) beslissen om een schouderprothese te plaatsen. Deze vervangt het originele glenohumerale (kop-kom) gewricht. Er zijn verschillende types operaties mogelijk. Laat u informeren door uw specialist naar de techniek die het beste bij u van toepassing is.
Frozen shoulder
Over de specifieke ontstaansoorzaak van een frozen shoulder is nog maar weinig overeenstemmend wetenschappelijk bewijs. Mannen en vrouwen hebben dezelfde kans op het krijgen van FSCS met een piek rond het 52e levensjaar voor mannen en voor vrouwen 55 jaar. De gemiddelde duur van een frozen shoulder is 30 maanden (tussen 12-42 maanden). De meest opvallende factor is een vermindering van de draaiing van de arm naar buiten. Patiënten hebben vaak moeite met zelfverzorging, activiteiten boven het hoofd, aankleden en het vastmaken van de bh-band of knoopjes op de rug. Kenmerkend is dat een frozen shoulder in 3 fases verloopt: 1) de ‘freezing’ fase, 2) de ‘frozen’ fase, 3) de ‘ontdooi’ fase. Wanneer patiënten geen progressie hebben binnen 3-6 weken met fysiotherapie, dan is een corticosteroïde injectie via de huisarts te overwegen.
SLAP-laesie
SLAP-laesie staat voor ‘Superior Labral tear from Anterior to Posterior’. De SLAP-laesie is een schouderblessure waarbij er sprake is van een scheuring in de aanhechting van de bicepspees aan de bovenzijde van het labrum van de schouder. Het labrum is een kraakbeenachtige ring die ervoor zorgt dat je schouderkop mooi in zijn kom past. Een SLAP-laesie is vaak het gevolg wanneer er grote trekkrachten op de bicepspees komen. Als de pees vaak en hard aan het labrum trekt kunnen er scheurtjes ontstaan in het labrum. Dit is vaak het geval bij sporters die bovenhandse sporten beoefenen zoals tennis of volleybal, en bij het werpen van de bal tijdens honkbal. Ook kan er een acuut leasie gebeuren bij een val op gestrekte arm en bij een val van een trap waarbij je jezelf wil tegenhouden aan de trapleuning. Ook kan een scheur in het labrum ontstaan door degeneratieve verschijnselen, dit is het geval wanneer de pees minder sterk wordt door het verouderingsproces. Tijdens het ontstaan van de aandoening ervaar jij scherpe pijn in de schouder en in sommige gevallen is het heffen van de schouder niet mogelijk.
Er zijn verschillende gradaties in SLAP-laesies:
- Type 1: Degeneratieve afwijkingen zorgen voor scheurtjes in het labrum. Bij dit type zit het labrum nog vast aan de schouderkom.
- Type 2: Hierbij is er sprake van een scheur in het labrum waarbij de aanhechting van de biceps los zit van de schouderkom. Dit zorgt vaak voor een instabiel gevoel.
- Type 3: Hierbij is er een zogenaamde “bucket handle” scheur aanwezig. De scheur kan een flap vormen en tussen het gewricht komen te zitten.
- Type 4: Hierbij is de bucket handle scheur wat groter en neemt ook de bicepspees mee.
Vaak hebben patiënten baat bij een conservatieve behandeling. Wanneer dit niet zo blijkt te zijn kan er uiteindelijk gekozen worden voor een operatie.
Stabiliteit van de schouder
Het schoudergewricht is zeer beweeglijk. De kop van de schouder, wat het uiteinde van de bovenarm is, is erg groot vergeleken met de kom waar het tegenaan zit. Hierdoor is het van groot belang dat de omliggende weefsels de kop goed in de kom fixeren. Als dit niet lukt loop je het risico dat de kop uit de kom dreigt te schieten.
De kop zit met kapsel en banden vast aan de kom van het schouderblad. Zij zijn belangrijk voor passieve stabiliteit. Verder zijn de zogeheten rotatorcuff spieren belangrijk bij de actieve stabiliteit van de schouder. Wanneer deze niet goed functioneren of verzwakt zijn laten ze te veel beweging toe in het gewricht. Schouderinstabiliteit kan geleidelijk ontstaan of door een val of ongeluk.
Kenmerkend voor schouderinstabiliteit is pijn bij het heffen en naar buiten draaien van de bovenarm. Er wordt dan een gevoel van instabiliteit in het schoudergewricht ervaren, vooral bij eindstandige bewegingen.
Het trainen van de rotatorcuff spieren heeft vaak een gunstig effect op de stabiliteit van het schoudergewricht.
AC-luxatie
Het acromio claviculair gewricht (AC gewricht), is de verbinding tussen sleutelbeen (clavicula) en deel van schouderblad (acromion). Het is een belangrijk gewricht voor de beweeglijkheid van de arm en schoudergordel. Een AC luxatie is een frequente aandoening bij jonge actieve volwassenen. Bij deze aandoening luxeert het sleutelbeen van het schouderblad. Dit wordt veroorzaakt door een directe val op de schouder of door een directe klap op de schouder zoals bijvoorbeeld bij contactsporten of een val van de fiets. De ernst van deze aandoening is afhankelijk van de schade aan het gewrichtskapsel tussen schouderblad en sleutelbeen en de banden (ligamenten).
Een AC luxatie wordt onderverdeeld in 3 gradaties. Bij een graad 1 is een gedeeltelijke beschadiging van het kapsel zonder verplaatsing van het AC gewricht. De ligamenten (banden) zijn nog intact. Dit is de meest frequente vorm van AC luxatie. Bij een graad 2 AC luxatie is een complete scheur van het kapsel met lichte verplaatsing van het AC gewricht. De ligamenten zijn nog intact. Bij een graad 3 AC luxatie is een complete scheur van het kapsel en ligamenten, waardoor duidelijke luxatie van het AC gewricht en zwelling op de schoudertop bij lichamelijk onderzoek (pianotoetsfenomeen).